Ok ik kon dus niet zo leuke titel verzinnen maarja dus had ik deze maar gedaan:P
het gaat over een meisje die bij de wemels komt maar ze is anders dan de andere wemels,
ze willen niet zeggen waarom,
naja verder lezen jullie het wel;)
dit is trouwens nog wel een klein stukje de volgende keer komt er een langere;)
hoofdstuk 1
Het is een warme zomerdag en ik lig buiten in het gras vlakbij het nest waar ik woon,
ik heb ook nog zes broers en een zus wij zijn dus met zijn achtste Bill Wemel is de oudste en hij woont ook niet meer thuis,
hij werkt voor goudgrijp in een ander land, welk land? Dat weet ik niet,
daarna komt Charlie hij werk in Roemenië met draken, een gevaarlijke baan is dat,
daarna komt Percy hij zit op zweinstein en dit jaar word hij klasseoudtse,
Fred en George zitten ook al op zweinstein, die zijn echt erg elke dag grappen maken en zo,
hun zijn trouwens een tweeling, daarna komen Ron en ik, wij zijn geen tweeling maar we gaan wel samen tegelijk naar Zweinstein,
als de zomervakantie is afgelopen, we hebben onze brieven al gehad en morgen gaan we naar de Wegisweg,
als laatste komt trouwens Ginny zou is het jongste, twee jaar jonger dan ons en gaat pas naar Zweinstein als wij in ons
tweede jaar zit, het enige wat apart is aan mijn familie en mij is dat ik zwart krullend haar heb en hun allemaal rood,
ik heb weleens gevraagd hoe het komt, maar dat willen ze niet zeggen, waarom niet? Dat weet ik zelf niet,
ik ruik dat Molly onze lieve moeder aan het koken is en ik besluit maar om naar binnen te gaan.
‘Mam? Is de eten bijna klaar,’ vraag ik.
‘Ja, het is bijna klaar.’
‘Mooi zo.’
Mijn ouders zeggen meestal dat ik me anders gedraag anders dan hun,
anders dan Fred en George ze zeggen dat ik precies op haar lijk, maar wie is haar?
waarom willen ze het gewoon niet zeggen op wie ik lijk, soms kijken ze met angst naar mij,
waarom doen ze dat? En waarom kan ik niet aardig zijn?
ze zeggen dat het in mijn bloed zit, ik snap er helemaal niks van maar dat komt misschien nog wel,
ik hoor dat Molly ons roept dat we moeten gaan eten en ik loop naar de tafel,
het huis is best oud dat komt omdat wij best arm zijn en wij zijn bloedverraders omdat ons vader van dreuzels
houd verdienen we bijna niks, en Arthur ons vader werkt op het ministerie van toverkunst,
Arthur komt binnen van hem werk en gaat tussen Molly en Fred zitten,
George neemt plaats aan de linkerkant van mij en Ginny aan de rechter kant,
wij eten meestal pas laat dat komt omdat wij het gezellig vinden dat Arthur mee eet,
anders kunnen wij met hem bijna nooit eten en het is altijd best gezellig met hem,
nou ja als hij over Dreuzels praat ben ik liever boven,
na het eten helpen wij ik en Ron even Molly met opruimen en dan gaan we meteen ons bed in,
morgen gaan we namelijk vroeg naar de Wegisweg en daar heb ik echt zin in!
o ja ik heb me nog niet voor gesteld ik ben Charmeya Wemel.
het gaat over een meisje die bij de wemels komt maar ze is anders dan de andere wemels,
ze willen niet zeggen waarom,
naja verder lezen jullie het wel;)
dit is trouwens nog wel een klein stukje de volgende keer komt er een langere;)
hoofdstuk 1
Het is een warme zomerdag en ik lig buiten in het gras vlakbij het nest waar ik woon,
ik heb ook nog zes broers en een zus wij zijn dus met zijn achtste Bill Wemel is de oudste en hij woont ook niet meer thuis,
hij werkt voor goudgrijp in een ander land, welk land? Dat weet ik niet,
daarna komt Charlie hij werk in Roemenië met draken, een gevaarlijke baan is dat,
daarna komt Percy hij zit op zweinstein en dit jaar word hij klasseoudtse,
Fred en George zitten ook al op zweinstein, die zijn echt erg elke dag grappen maken en zo,
hun zijn trouwens een tweeling, daarna komen Ron en ik, wij zijn geen tweeling maar we gaan wel samen tegelijk naar Zweinstein,
als de zomervakantie is afgelopen, we hebben onze brieven al gehad en morgen gaan we naar de Wegisweg,
als laatste komt trouwens Ginny zou is het jongste, twee jaar jonger dan ons en gaat pas naar Zweinstein als wij in ons
tweede jaar zit, het enige wat apart is aan mijn familie en mij is dat ik zwart krullend haar heb en hun allemaal rood,
ik heb weleens gevraagd hoe het komt, maar dat willen ze niet zeggen, waarom niet? Dat weet ik zelf niet,
ik ruik dat Molly onze lieve moeder aan het koken is en ik besluit maar om naar binnen te gaan.
‘Mam? Is de eten bijna klaar,’ vraag ik.
‘Ja, het is bijna klaar.’
‘Mooi zo.’
Mijn ouders zeggen meestal dat ik me anders gedraag anders dan hun,
anders dan Fred en George ze zeggen dat ik precies op haar lijk, maar wie is haar?
waarom willen ze het gewoon niet zeggen op wie ik lijk, soms kijken ze met angst naar mij,
waarom doen ze dat? En waarom kan ik niet aardig zijn?
ze zeggen dat het in mijn bloed zit, ik snap er helemaal niks van maar dat komt misschien nog wel,
ik hoor dat Molly ons roept dat we moeten gaan eten en ik loop naar de tafel,
het huis is best oud dat komt omdat wij best arm zijn en wij zijn bloedverraders omdat ons vader van dreuzels
houd verdienen we bijna niks, en Arthur ons vader werkt op het ministerie van toverkunst,
Arthur komt binnen van hem werk en gaat tussen Molly en Fred zitten,
George neemt plaats aan de linkerkant van mij en Ginny aan de rechter kant,
wij eten meestal pas laat dat komt omdat wij het gezellig vinden dat Arthur mee eet,
anders kunnen wij met hem bijna nooit eten en het is altijd best gezellig met hem,
nou ja als hij over Dreuzels praat ben ik liever boven,
na het eten helpen wij ik en Ron even Molly met opruimen en dan gaan we meteen ons bed in,
morgen gaan we namelijk vroeg naar de Wegisweg en daar heb ik echt zin in!
o ja ik heb me nog niet voor gesteld ik ben Charmeya Wemel.